Graancirkel-route
Tweekoorn
Tijdens de jongste steentijd was tweekoorn (Triticum dicoccum) de meest geteelde tarwesoort. In ons land werd het gewas 2000 tot 3000 jaar geleden voor het eerst op akkers gevonden. Tweekoorn – dat ook wel emerkoorn of emmer wordt genoemd – lijkt op eenkoorn maar heeft grotere aren en veelal twee korrels in de aren. Deze oervorm van tarwe is een voorloper van de harde tarwe (durum en kamut).
​
Van oorsprong komt tweekoorn uit West-Azië, maar het is wijd verspreid. Tegenwoordig wordt het gewas vooral in het Midden-Oosten en India verbouwd. Jarenlang was het gewas in Nederland uit beeld, maar nu wordt het op kleine schaal weer geteeld, onder andere als grondstof voor bier. Het wordt ook gebruikt als smaakmaker in brood en voor het maken van koekjes en cake, vaak in combinatie met spelt.
​
Binnen de soort bestaan er zomer- en winterrassen, die 2 meter hoog kunnen worden. Ten opzichte van moderne tarwesoorten is de korrel klein en dat geeft dus een lagere opbrengst. Als wintergraan wordt tweekoorn in september of oktober gezaaid, als zomergraan vanaf eind januari. De oogst vindt in augustus plaats. Met maximaal 2.500 kilo per hectare is de zaadopbrengst relatief laag.
​
Areaalontwikkeling Tweekoren (Nederland / CBS):
-
1900: nihil
-
1950: nihil
-
2000: nihil
-
2018: nihil