Na maïs – dat voor een belangrijk deel wordt geteeld voor veevoer - neemt tarwe (Triticum) wereldwijd het grootste areaal in beslag. Tarwe is zelfs het hoofdvoedingsmiddel voor een derde van de wereldbevolking. Ook in Nederland is tarwe na maïs het mees geteelde graan. Het gewas wordt vooral geteeld op kleigrond. De oorsprong ligt in West-Azië, in Europa is de plant bekend uit de oudste landbouwcultuur.

​

Er zijn meerdere soorten tarwe, ontstaan door kruisingen. Deze zijn ingedeeld in drie groepen, te weten diploïde soorten (eenkoorn), tetraploïde soorten (emerkoorn) en hexaploïde soorten. De variatie is enorm: alleen al van de gewone tarwe (Triticum aestivium) of broodtarwe, die overigens hexaploïde is, bestaan duizenden varianten. Net als rogge en gerst is tarwe een zelfbestuiver.

​

In ons land wordt zowel wintertarwe als zomertarwe geteeld, waarbij het areaal wintertarwe veruit het grootst is. Wintertarwe is vorstgevoelig en kan alleen worden verbouwd in windstreken met milde winters. Wintertarwe wordt gezaaid van oktober en november en geoogst in juli-augustus. De zaaitijd van zomertarwe ligt in maart terwijl deze wordt geoogst in augustus. De opbrengst bedraagt 7.000 tot 10.000 kilo per hectare, met uitschieters van meer dan 12.000 kilo, en daarnaast levert een hectare 4.000 kilo stro op.

​

In tegenstelling tot in veel andere teeltgebieden, wordt tarwe in Nederland vooral verbouwd voor veevoer (voertarwe). Tarwe is natuurlijk een belangrijke grondstof voor het bakken van brood, gebak, cake en pannenkoeken. Het wordt verwerkt tot meel, bloem en deegwaren zoals macaroni, spaghetti en pasta. Omdat inlandse tarwe minder eiwit bevat, wordt tarwe die in ons land wordt gebruikt om brood te bakken vooral uit Frankrijk geïmporteerd. Voor de productie van brood zijn de hardere tarwesoorten met een hoger glutengehalte het meest gewild.

​

Areaalontwikkeling Wintertarwe (Nederland / CBS):

• 1900: < 1.000 ha

• 1950: < 82.000 ha

• 2000: < 120.000 ha

• 2018: < 96.000 ha

​

Areaalontwikkeling Zomertarwe (Nederland / CBS):

• 1900: < 1.000 ha

• 1950: < 9.000 ha

• 2000: < 16.000 ha

• 2018: < 16.000 ha